Tao Te Tjing - De Weg - Oude Meesters
Degenen die in de oudheid bekwaam waren om de weg te beoefenen,
waren scherpzinnig, mysterieus, oprecht en van wijsheid doordrongen.
Hun diepzinnigheid kan niet worden gekend.
Alleen maar omdat dit niet kan worden gekend, zou ik,
als ik gedwongen was hen te omschrijven, daarom zeggen,
Zij waren behoedzaam,
als iemand die een winterse stroom oversteekt.
Zij waren waakzaam,
als iemand die zijn buren aan alle zijden vreest.
Zij waren ernstig en beleefd,
als een gast die bij iemand logeert.
Zij waren plooibaar en meegevend,
als ijs dat juist gaat smelten.
Zij waren echt en ongevormd,
als onbewerkte houten blokken
Zij waren onuitgesproken en gesloten,
ondoorzichtig als een modderige poel.
Zij waren breed en en met een weidse blik,
als een vallei.
Als je in een modderpoel roert en rustig wacht,
dan zal het water langzaam helder worden.
Als je iets tot rust brengt met het doel het te bewegen,
komt het steeds meer tot leven.
Beschouwers van de Weg zoeken geen vervulling.
Daardoor kunnen ze dingen volledig gebruiken,
zonder lust tot verandering.
We bedoelen met het uiterste, het bereiken van leegte.
We bedoelen met het midden, het behouden van stilte.
Zij aan zij, komen en gaan de tienduizend dingen,
en door [leegte en stilte] zie ik hun hun terugkeer.
Dingen worden voortgebracht in grote aantallen,
en ieder ding keert naar de eigen bron terug.
Dit noemt men "stilte".
"Stilte" - Dat is wederkeren naar je eigen lot.
Terugkeren naar je eigen lot, betekent gelijkmatig zijn.
wie weet hoe gelijkmatig te zijn is wijs.
Wie geen gelijkmatigheid kent, is doelloos en wild,
en je daden zullen ongeluk brengen.
Wie gelijkmatigheid kent, is openhartig.
Wie openhartig is, is onpartijdig.
Wie onpartijdig is, handelt koninklijk.
Wie zich koninklijk gedraagt, is als de Hemel.
Wie is als de Hemel, is gelijk aan de Weg.
Als je gelijk bent aan de Weg,
zal je geen schade lijden tot het eind van je dagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten